
Beste mensen,
Paniekerig telefoontje gisteravond van mijn broer Jan.
Ik lag al in bed.
“Kees, het gaat helemaal fout!”
Nou roept-ie dat wel vaker, dus ik begon ‘m een beetje te dollen.
“Wat dan, Jan? Probeert er een Oekraïense deserteur met je mee te liften naar Nederland? Verstaat de Poolse Wegenwacht geen Nederlands? Moest je het op een lopen zetten toen je in Hamburg op de tribune bij St. Pauli herkend werd van die ‘Most Wanted’-poster van Antifa?”
“Hou op! Er dreigt een ramp morgen in Nederland!”
“Wat dan?”
(Advertentie)
“Nou, je weet zo’n beetje waar ik allemaal geweest ben de afgelopen dagen toch? Auschwitz, waar op ‘hoogtijdagen’ bijna vier keer zoveel Joden werden vermoord als op 7 oktober in Israël. Dachau. Bergen-Belsen. Buchenwald, waar in het museum die lampenkap van mensenhuid hangt. In Berlijn nog even gestopt bij de Denkmal für die ermorderte Juden Europas, het Holocaustmonument met die ruim 102.000 namen van vermoorde Joden en zigeu…”
“Ja, dat weet ik.”
“Als ik in mijn hotelkamer aankwam, pakte ik meteen de telefoon en ging ik een rondje bellen. Naar het museum van Kamp Westerbork in Drenthe. Naar Esther Voet van het Nieuw-Israëlitisch Weekblad. Naar het museum van Kamp Vught. Naar de Israëlische ambassade in Nederland, in Duitsland en in België. Naar het Cheider, de Joodse scholengemeenschap in Amsterdam die de deuren sloot na 7 oktober omdat de veiligheid van de kinderen niet gegarandeerd kon worden. Naar de Portugees-Israëlische Synagoge in Amsterdam, de Snoge. Naar het CIDI. Naar de onvermijdelijke Ronny Naftaniël. Naar rabbijn Heintz in Utrecht. Jeweetwel, waar die Soumaya Sahla tegenwoordig kind aan huis is, met de davidster om d’r nek. Naar Ruben Vis en Jaïr Eisenmann, met wie ik als chef sport bij Panorama nog een paar maanden heb samengewerkt. Naar Mouwes Kosher Delicatessen Bedrijf. Naar Naomi, een oud-stagiaire van Panorama wier tante ooit de baas van het CIDI is geweest en die het nog met mijn podcastgabber Bas Paterno…”
“Jaja, voor iemand met belangst ben je aardig over je grenzen heen gegaan. Maar word nou eens rustig, man! Hoezo gaat het morgen helemaal fout?”
(Advertentie)

“Ik heb haar nergens gevonden, ze is nergens geweest en we hebben na 7 oktober ook in geen enkel medium een statement van haar gezien! En nu móet ik snel iemand van het Centraal Joods Overleg spreken.”
“Dan bel je die toch ook even? Je bent nu toch bezig. Dan kan ik gaan slapen.”
“Die nemen niet op! Voorzitter Chanan Hertzberger niet, vicevoorzitter Hans Weijel niet, penningmeester Dave Heilbron niet. Niemand!”
“En nu?”
“Nu moet ik jou om een gunst vragen. Weet je nog dat jij in 1975 bij Boekhandel Slingerland in Bergambacht een gummetje hebt gejat? En dat ik je niet bij pa en ma heb verraden? En dat je toen zo opgelucht was dat je zei: ‘Ooit betaal ik je terug, Jan’?”
“Eh… ik geloof het wel.”
“Nou, dat moment is nu, Keessie. Ik weet dat het al laat is, sorry daarvoor, maar ik vraag jou om een gunst. Wil jij je pyjama weer uitdoen, de kleren die ongetwijfeld al klaarliggen voor morgenochtend op de stoel aan het voeteneind van je bed aantrekken en meteen in je auto stappen en naar Amsterdam rijden om bij die voorzitter van het Centraal Joods Overleg aan te bellen. Ik app je zometeen zijn adres wel.”
(Advertentie)
“Eh… tja, ik zal wel moeten dan. Slingerland, jeetje. Maar wat ga ik zeggen als die meneer Hertzberger open doet? Wat is zo belangrijk dat het niet kan wachten?”
“Ze moeten het zo snel mogelijk weten, Keessie! Anders wordt die Kristallnachtherdenking in de Snoge in Amsterdam morgen een grote afgang! Een catastrofe!”
“Wát moeten ze weten, Jan?”
“Dat ik haar nergens gevonden heb en, erger nog, dat ze nergens is geweest om zich te laten inspireren. Niet in de concentratiekampen, niet in de musea, niet bij de ambassades, niet bij het CIDI, niet bij Snoes, niet bij de scholen, niet bij de synagoges, niet bij Eisenmann en Vis, niet bij Mouwes Kosher Delicatessen Handel… Nergens!”
“Over wie héb je het eigenlijk?”
“De vrouw die morgen de Kristallnachtlezing gaat geven natuurlijk! Die poseerde met PLO-terrorist Arafat, die via een landbouworganisatie indirect subsidie gaf aan het extreemlinkse Volksfront voor de Bevrijding van Palestina dat als doel heeft de Joden de zee in te drijven, die indirect verantwoordelijk is voor de dood van het Israëlische meisje Rina Shnerb, de moeder van dat rappertje met die rare teksten… En die nergens te zien en nergens te horen was over de barbaarse aanslagen van Hamas-terroristen op onschuldige Joden. Terwijl ze zich tot voor kort werkelijk óveral mee bemoeide.”
(Advertentie)
“Je bedoelt Sigr…”
“Ja, precies, Kaag. Die gaat morgen de Kristallnachtlezing geven. En dat is na haar oorverdovende stilte sinds 7 oktober een gotspe. Iemand móet die lui van het Centraal Joods Overleg duidelijk maken dat ze dat mens echt moeten afzeggen. Weet je wat het bestuur van dat Centraal Joods Overleg nota bene op 6 oktober, een dag voor de pogrom, op de website Jonet.nl liet optekenen?”
“Natuurlijk niet. Ik wist niet eens dat die site bestond.”
“Luister. Ik citeer: ‘De komst van Kaag naar de Kristallnachtherdenking kan worden gezien als een omarming van haar door georganiseerd Joods Nederland’. Op 6 oktober! Een dag later gingen die Palestijnse beesten los op jonge feestgangers, op bejaarden, op vrouwen, op kleine kinderen. En als ze niet achterlieten, sleepten ze ze als trofeeën door Gaza. En níemand bij het Centraal Joods Overleg die dan aan Kaag vraagt of ze niet even, net als wanneer ze een debat wilde ontwijken, een onwelwording kan faken op 9 november bij de Kristallnachtherdenking in Amsterdam? Rij nú naar die Hertzberger en vertel ‘m dat hij de grootste fout van zijn leven maakt als hij haar niet vervangt door iemand die zich wél heeft uitgesproken tegen de pogrom? ‘Een omarming van Kaag door georganiseerd Joods Nederland’. Ze lijken wel gek!”
(Advertentie)
“Oké, oké, ik ga wel. Maar denk je dat die meneer Hertzberger van het Centraal Joods Overleg naar Jan Dijkgraaf uit Eesterga lúistert als diens broer daar midden in de nacht voor de deur staat?”
“Dat niet. Maar dan kunnen ze in elk geval niet zeggen: ‘Wir haben es nicht gewusst’…”
En toen hing hij op.
Omdat meneer Hertzberger niet open deed en mijn broer de adressen van de vicevoorzitter en de penningmeester niet had doorgestuurd, heb ik het gesprek met mijn broer maar even helemaal uitgeschreven.
Hopelijk bereikt dit briefje u nog op tijd.
Hartelijke groet,
Kees Dijkgraaf
PS. Cadeautje. Volgens mijn broer met een boodschap.
Het ‘Briefje van Jan’ en de ’99 woorden’ zijn gratis te lezen. Wil je desondanks doneren, dan kan dat via Backme of Bunq. Kopen via mijn Amazon-link is ook top!