Meneer Asscher,
Mijn broer Jan belde me gisteravond.
“Keessie! Ik begrijp dat Lodewijk Asscher een keihard stuk in de Volkskrant heeft geschreven naar aanleiding van de zoveelste antisemitische cartoon van Jos Collignon in de krant. Maar ik kan het niet vinden. Weet jij er iets van?”
Dus ik naar de website van de Volkskrant.
De Volkskrant is toch de lijfkrant van GroenLinks en uw partij, de PvdA.
Die zou het wel prominent op de homepage plaatsten toch?
Niet dus.
Dus ik antwoord: “Sorry Jan, ik zie het zo snel niet staan. Ik ga zoeken en hang even op.”
Met de zoekmachine op de website kom ik uiteindelijk bij uw stuk uit.
Ik kopieer de URL van de pagina en stuur die via WhatsApp naar mijn broer.
Die per kerende post antwoordt: “Kan ik niet lezen. Zit achter de betaalmuur. Kun je het knippen, plakken en de tekst via WhatsApp sturen?”
Nou vond ik het best raar dat de Volkskrant een stuk dat ze zo aangeleverd hebben gekregen en waar ze geen cent voor hebben moeten betalen achter de betaalmuur zetten.
Je wilt toch dat iedereen kennis kan nemen van een stuk van een prominente PvdA’er die dat sinds 7 oktober 2023 oplaaiende antisemitisme aan de kaak stelt? Dat is weer eens wat anders dan een GroenLinks-PvdA-Statenlid uit Utrecht dat ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ in haar maidenspeech verwerkt, nietwaar? Zodat PvdA’ers die bang zijn dat hun partij volledig meegaat in de Jodenhaat van GroenLinks toch nog een beetje vertrouwen terugwinnen in de PvdA?
Mijn broer Jan, die in een ver verleden PvdA-lid was, krijgen ze niet meer terug, maar als ik hem wat milder kan stemmen, stuur ik zo’n stuk van u natuurlijk graag door.
Dus ik log in, selecteer de tekst, druk op Command-C, ga naar ons Whatsapp-gesprek en druk op Command-V.
“‘Het gaat slecht, dus nu ben je weer Joods?’
Zo vatte mijn vrouw mijn Joodse identiteit samen toen ik na het eten op de fiets stapte. Het was de dinsdag na de 7 oktober slachting, en burgemeester Femke Halsema had vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap uitgenodigd op de ambtswoning.
Ik heb zoete herinneringen aan joodse feestdagen in mijn jeugd – Simchat Torah met snoep en vlaggetjes. Seideravond met verhalen en de smaak van het bittere kruid – ze lijken nu slechts een vergeelde vakantiefoto. Was het wel echt?
Later werd ik bewust van mijn vaders angst om op te vallen. Zijn permanente bezorgdheid om de veiligheid van zijn gezin. Toen ik de Amsterdamse gemeenteraad in ging, nam die bezorgdheid toe – al verbeet hij zich en steunde hij me te allen tijde.
Antisemitisme heb ik lange tijd liever genegeerd. Soms schaamde ik me er voor – wanneer ik werd uitgescholden voor ‘brillenjood’ veranderde ik het woord voor mijn vader in ‘brillen idioot’. We lieten het erbij. Kun je je schuldig voelen voor het racisme van een ander? Toen ik later in mijn publieke leven met Jodenhaat werd geconfronteerd, voelde ik vooral de pijn van mijn vader.
Ik voel verdriet om de aanslagen van 7 oktober. Ik kon niet stoppen met kijken naar een vrolijke familiefoto van een jong stel met twee jonge baby’s van nog geen jaar oud. De tweeling, die door hun ouders werd verstopt en later werd gevonden, overleefde. Hun ouders, die op de foto nog straalden, waren afgeslacht. Het lot van de baby’s lijkt te veel op het verhaal van mijn favoriete oudoom, die als baby met een fles onder het bed verstopt werd toen zijn ouders werden ‘weggehaald’.
De wreedheid tegen de jongeren op het dancefestival voelt als een persoonlijke aanval op een generatie progressieve en vrijheidslievende Israëliërs die massaal de straat opgingen om tegen Netanyahu’s beleid te protesteren en de democratie te verdedigen.
Deze week bleek dat het antisemitisme in Nederland met 818 procent gestegen is. Nederland doet aardig mee in de internationale antisemitismeranglijstjes.
Vorige week hoorde ik een zoon tegen zijn vader zeggen dat hij overwoog om een huisje in Portugal te kopen om naartoe te kunnen met zijn gezin. Zijn vader antwoordde, ondanks alles, Israël nog steeds de veiligste plek te vinden. ‘Maar wat nou als je er niet kan komen?’, antwoordde zijn zoon, met wie ik als kind samen in een voetbalelftal speelde. ‘Als er niet meer op Israël gevlogen kan worden door een boycot. Of als we weer te laat zijn, net als voor de oorlog?’
Ik wil graag wat doen, helpen. Toen ik in de politiek zat kon ik in ieder geval proberen in die arena het goede te zeggen en het juiste te doen. Ik wil me inzetten voor nuance. Voor precisie. Ik haat de hitsers en de opportunisten. Ik wil opkomen voor de rechtsstaat.
Ik voel verdriet voor de onschuldige Palestijnse gezinnen die nu in de Gazastrook worden vermalen. Hun angst, de uitzichtloosheid. Voor de onschuldige Palestijnse en Israëlische kinderen, die nu de rekening betalen, wil ik opkomen. Ik wil een lans breken voor verdraagzaamheid en begrip.
Ik wil in ieder geval niet ten prooi vallen aan de oude angst.
Maar als mijn krant, de Volkskrant, op de dag van de herdenking van de Kristallnacht een spotprent plaatst met de boodschap dat de Joden het antisemitisme zelf verzinnen als onderdeel van de zogenaamde ‘lange arm’ van Israël, dan is een grens bereikt.
Het is al moeilijk genoeg voor alle goedwillenden om zowel Hamas te veroordelen, als vast te houden aan beginselen van humanitair recht, solidair te zijn met de burgerbevolking in Gaza en de gemoederen te bedaren hier in Nederland.
Wat we niet – ik herhaal: níét – kunnen gebruiken is de boodschap dat de kleine Joodse minderheid in Nederland en elders de bedreigingen, het schelden, de onlinehaat zelf verzint. Dat zij vereenzelvigd worden met de Israëlische regering. Het is een variant op de uitspraak van Johan Derksen dat ‘die Joden het er zelf een beetje naar gemaakt hebben’.
Door dit soort incidenten en opvattingen is het gesprek over ‘waar moeten we naartoe’ plotseling teruggekeerd aan veel keukentafels. Het zou dus fijn zijn als een ferm tegengeluid mag klinken: geen Jodenhaat in Nederland. Nooit meer is nu.“
Een paar minuten later: WhatsApp van mijn broer Jan.
“Fantástisch opiniestuk! Ik snap wel dat ze dat bij de Volkskrant achter de betaalmuur stopten. Zo hopen ze dat zo weinig mogelijk mensen het lezen.”
“Hoezo”, antwoordde ik. “De Volkskrant is toch net zo’n instituut als de NOS? Je weet toch wat ik eerder deze week voor je opzocht? ‘Wij voeren geen agenda, wij doen aan journalistiek. We zetten ons maximaal in om zorgvuldige berichtgeving te verzorgen en zoveel mogelijk context te bieden. (…) We proberen alle perspectieven te laten zien, en daarmee ook de voor sommigen ongemakkelijke perspectieven’. Dat zal toch voor de Volkskrant ook gelden?”
“Onder welke steen leef jij, Keessie?”
“Hoe bedoel je?”
“Zeker weer niet op Twitter gekeken?”
“Vanavond nog niet.”
“Demonstratie van de Hamas-fans op Utrecht Centraal. Er werd geroepen om een intifada. Voor de zoveelste keer waren er oproepen om de Joden spreekwoordelijk de zee in te drijven, oftewel: af te slachten. Een foto van Adolf Hitler. En een oproep om Amin Abu Rashed vrij te laten. Die we beter kennen als ‘Abu Eenarm’. De man die vanuit Nederland geld binnen harkt voor die terroristen van Hamas. En met wie Tunahan Kuzu van DENK zo graag op de foto gaat, als hondenfluitje voor de Jodenhaters van islamitische komaf die in Nederland stemrecht hebben. En de NS, die nogal een geschiedenis heeft met het transport van Joden, en PvdA-burgemeester Sharon Dijksma keken uiteraard toe!”
“Dat is inderdaad eng. Want een dag eerder was er al een demonstratie op het Centraal Station van Amsterdam. Jij zou zeggen: de gaskamers komen steeds dichterbij voor de Joden. Maar wat heeft dit met de Volkskrant te maken?”
“Weet je wie opriep om gezellig een potje te gaan jodenhaten in Utrecht, nota bene tíjdens de Kristallnachtherdenking in Amsterdam? Zo ongeveer de enige in Nederland die de doodsbange Joden nog wel durfden laten doorgaan?”
“Ik heb werkelijk geen idee. Ik ben wel links, maar ik zit niet in de kringen van Kick Out Zwarte Piet, Extinction Rebellion, BIJ1 en DENK. Dus mij ontgaat veel als het gaat om oproepen om gezellig met z’n allen de antisemiet te gaan uithangen. Vertel!”
“Volkskrant-columniste Asha ten Broeke!”
“Och heden.”
“Snap je nu wat ik de hele tijd bedoel, Keessie? “Nie wieder” was een holle frase. Het is gewoon weer zo ver. En jouw krant en jouw partij werken er keihard aan mee. Ze durven zo’n stuk van Lodewijk Asscher niet níet te plaatsen, maar ze stoppen het ver weg in een hoekje, achter een betaalmuur.”
“Ik vrees da…”
“…dat je éindelijk door hebt waar GroenLinks en de PvdA voor staan! En dat de NS weer handel ruikt!”
Waarom ik u trouwens schrijf, meneer Asscher?
Om u te complimenteren met uw stuk.
Ik denk dat u mij daarmee behoed hebt voor een grote blunder op 22 november.
Hoe kut ook, vanaf gisteravond ben ik een zwevende kiezer geworden.
Nog even en ik ga zelfs het partijprogramma van Geert Wilders lezen. Want die schijnt hier al járen voor te waarschuwen…
Hartelijke groet,
Kees Dijkgraaf
PS. Cadeautje! Je moet er wel de stad voor uit…
Het ‘Briefje van Jan’ en de ’99 woorden’ zijn gratis te lezen. Wil je desondanks doneren, dan kan dat via Backme of Bunq. Kopen via mijn Amazon-link is ook top!