Mijn moeder was tegen slaan. 

Maar straffen kon ze.

Toen mijn vriend Fred en ik op de lagere school een meisje uit de klas hadden gepest en mijn moeder dat hoorde, spuwden haar ogen vuur.

Ik hoopte op een week zonder zakgeld, een paar uur op mijn kamer of een klap op mijn linkerarm (want áls ze sloeg, voelde je er niks van).

Maar ze voedde liever op.

“Je gaat nú naar dat huis, je belt aan en je biedt haar je excuses aan”, zei ze. “Huphup!”

Sindsdien probéér ik alleen nog naar boven te trappen.

Meestal lukt dat.

Niet altijd…


Dit en nog 98 andere stukjes van 99 woorden over ‘vroeger’ staan in mijn boekje ‘Ik weet nog wel dat…’ Het is weer te koop!