Van Marcel van Roosmalen begrijp ik het.

Als je eenmaal één keer in je leven hebt gestolen (een glas jus d’orange in zijn geval), ken je dat gevoel van sensatie.

En als je dan zelf te schijterig bent om de volgende stap te zetten, omdat je weet wat grote sterke negers in de bajes doen met voorvoetlopers, dan is het maximaal haalbare dat je gaat aanschurken tegen mannen voor wie witwasserij en vrouwenmeppen dagelijkse kost is.

Dan verheug je je nu al op de kerstborrel.

Maar ik snap niet dat ook Gijs Groenteman collega wilde worden van Peter Gillis.

(Advertentie)